LE NOBEL

History & Genealogy


Glazenier Jacobus le Nobel (1866-1924)

Glazenier

Ook in de kunst waren de le Nobels niet onverdienstelijk. Op 7 januari 1866 werd een jongeman geboren te Middelburg, Jacobus Willem le Nobel. Al vroeg in zijn jeugd was hij geïnteresseerd in tekenen. Uiteindelijk werd hij bekend als een vooraanstaand glazenier.

Een glazenier is een kunstenaar die kunstzinnige glasobjecten maakt, die als een ruit in een gebouw geplaatst kan worden. Een glazenier ontwerpt en maakt glas-in-lood ruiten of gebrandschilderde glazen voor o.a. kerkgebouwen. Jacobus maakte zijn ruiten en glazen ook in opdracht van gemeenten, bedrijven of partikulieren. Een glazenier wordt soms ook glaskunstenaar genoemd.

Jacobus was een zoon van Adrianus Willem le Nobel, fabrikant in Middelburg en van Anna Maria van de Kamer. Als 18-jarige werkte hij in de handel in Congo, hij moest echter wegens tropische ziekten terugkeren naar Nederland. Hij bezocht de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam en behaalde de tekenakte aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid Amsterdam. Omdat hij schilder wilde worden, trok hij naar Parijs waar hij toneeldecors maakte. Hij kwam opnieuw terug naar Nederland, toen hij werd aangesteld als bedrijfsleider en tekenaar bij de Koninklijke Nederlandsche Glasfabriek J.J.B.J. Bouvy in Dordrecht.

In 1893 trouwt hij met Adriana Spel en krijgen samen 3 kinderen, Anna Maria Adriana (geb.1894), Johannes  (Jan) Adrianus Jacobus (geb.1895-1979) en Adriana Jacoba (geb.1899). Hij verdient de kost als tekenaar/glasetser te Rotterdam en in 1896 begint hij een vennootschap met tekenaar Gerrit David Labots onder de firmanaam "Le Nobel en Labots". De zaken liepen zo goed dat zij ook een filiaal openden aan de Overtoom te Amsterdam. Jacobus deed voornamelijk deze vestiging, die al snel de Rotterdamse zaak begon te overvleugelen. In 1903 werd de vennootschap ontbonden en beide partners zette de firma onder hun eigen naam voort, elk in hun eigen plaats. Labots in Rotterdam en le Nobel in Amsterdam. Op enig moment verhuisde 'Atelier le Nobel' naar de Kerkstraat te Amsterdam en kreeg landelijke bekendheid.

Jacobus kwam in contact met de architect Joseph Cuypers, die onder meer toezicht hield op de bouw van het Rijksmuseum Amsterdam. In opdracht van Cuypers ontwierp hij in 1905 glas-in-loodramen voor het Rijksmuseum, met wapens van stichters en schenkers van het museum.  In het 'Atelier Le Nobel' werden ook ontwerpen van anderen uitgevoerd en naast ramen ook lampen in de stijl van de Amsterdamse School gemaakt.

Jacobus le Nobel was vooraanstaand op zijn vakgebied. De architect Cuypers was mede-organisator van de cursus Voortgezet en Hooger Bouwkunst Onderzicht, waaraan Jacobus in 1908-1909 en 1912-1913 als docent glasschilderkunst werd verbonden. In het tijdschrift "Architectura" heeft hij in 1911 op verzoek een serie artikelen gepubliceerd over zijn vak (thans ook nog alleszins lezenswaardig). Jacobus wordt beschreven als rustige, zeer integere man die bezeten was van zijn vak/kunst en die uitsluitend topkwaliteit wilde leveren.

In ca. 1921 verhuisde het glasatelier naar de Gedempte Oude Gracht in Haarlem. Later vestigen zij zich aan het Wilsonplein.  Zijn zoon Jan en zijn jongste dochter Adriana werkten bij Jacobus in de zaak. Op 29 december 1924 overlijdt Jacobus, 58 jaren oud. Zijn zoon zet het bedrijf voort, maar ontwierp zelf nauwelijks. In 1929 kwam Frans Balendong (1911-1998) in dienst van het glasatelier 'le Nobel'. Hier ontwierp hij onder andere de ramen van Vroom  en Dreesman in Haarlem. Tot 1932 bleef hij in dienst van 'le Nobel'. Frans was niet alleen glazenier maar ook beeldhouwer. Hij opende daarna zelf een winkel in religieuze kunst en begon een eigen atelier ook in Haarlem.

De crisis van de jaren '30 (de grootste economische depressie van de twintigste eeuw) zorgen ervoor dat er steeds minder opdrachten binnen komen en gaat het bergafwaarts met de zaak. In 1940 raakt Nederland ook betrokken in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens deze oorlogsjaren stopten Jan en Adriana le Nobel met de zaak en verkochten zij het pand. Pas na de Tweede Wereldoorlog zou de Nederlandse economie daadwerkelijk opbloeien.



Detailopname van de glas-in-loodramen in het Rijksmuseum, met wapens van stichters en schenkers van het museum. Deze ramen bevinden zich in de trapportalen bij de twee oude entrees west van het Rijksmuseum. Ontworpen in 1905 en geplaatst in of voor 1906.